Subtotaal | € 0,00 |
---|---|
BTW | € 0,00 |
Totaal | € 0,00 |
Overzicht van oud Hollandse spelletjes:
- Koekhappen
- Sjoelen
- Ezeltje prik
- Vier op een rij
- Zaklopen
- Spijkerpoepen
- Blik gooien
- Boter kaas en eieren
- Eierlopen
- Levend ganzenbord
1. Koekhappen
Koekhappen is misschien wel het eerste spel dat in je hoofd opkomt wanneer je aan oud Hollandse spellen denkt. Het spel koekhappen is erg eenvoudig te maken. Je hebt alleen ontbijtkoek en een stevige draad nodig. Snijd de ontbijtkoek in dunne plakken, maar zorg ervoor dat ze niet te dun zijn want anders vallen ze bij een keer happen al van de draad af. Vervolgens rijg je de plakken aan de draad en hang je deze op de juiste hoogte. Het koekhappen kan beginnen. Hiervoor is het wel belangrijk dat iedereen zijn handen op zijn rug houdt. De persoon die als eerste de ontbijtkoek van het draadje gegeten heeft, is de winnaar van het spel koekhappen. Om dit spel moeilijker te maken kun je er ook voor kiezen om blind koekhappen te doen. Voor het blinddoeken kan een theedoek gebruikt worden. Vaak wordt blind koekhappen in teams van twee gespeeld waarbij een persoon aanwijzingen geeft en de andere persoon blind de koek probeert te eten. Wil je liever iets anders dan ontbijtkoek gebruiken? Op kinderfeestjes wordt de koek vaak vervangen voor een snoepje. Je kunt hiervoor bijvoorbeeld een spekje gebruiken.
2. Sjoelen
Sjoelen is een populair gezelschapsspel dat door jong en oud gespeeld wordt. Voor het spel sjoelen is een sjoelbak nodig. Aan het einde van de sjoelbak zitten vier vakken met elk een klein gleufje als ingang. De vakken zijn verschillende punten waard. Van links naar rechts zijn de punten als volgt verdeeld: 2-3-4-1. Tijdens het spel heeft iedere speler drie beurten om alle schijven door de gleufjes te sjoelen. Het spel begint met dertig schijven welke allemaal richting de gleufjes geschoven dienen te worden. Nadat de dertig schijven op zijn, worden alle schijven verzameld die niet in een van de vakjes beland zijn. Deze schijven mogen in de tweede beurt weer allemaal naar de vakjes geschoven worden. Voor de derde beurt geldt hetzelfde. Nadat in de derde beurt alle stenen geschoven zijn, wordt de score berekend. Bij het berekenen van de score is het belangrijk om te onthouden dat wanneer in alle vier de vakjes een steen geschoven is, dit twintig punten waard is in plaats van tien. Wanneer bijvoorbeeld in alle vier de vakjes minimaal drie stenen geschoven zijn, is dit dus drie keer twintig en heb je al minimaal een score van zestig. De overige stenen worden hier vervolgens bij opgeteld en dit is je eindscore. De speler met de meeste punten wint het sjoelen.
3. Ezeltje prik
Ezeltje prik is een eenvoudig spel waarbij iemand geblinddoekt een staart op de ezel moet prikken. De persoon die het dichtst bij de juiste plek komt, wint het spel. Voor een kinderfeestje kan dit spel erg eenvoudig zelf gemaakt worden door een afbeelding van een ezel op groot papier af te drukken. Knip de staart uit en duw hier een punaise door. Vervolgens moet de punaise met de staart op de juiste plek geprikt worden. Wil je het liever wat groter aanpakken? Huur ergens een ezeltje prik spel. Er kunnen verschillende varianten gehuurd worden. Zo bestaan er houten ezeltje prik spellen, maar ook een groot opblaasbaar spel. Deze spellen kunnen meerdere keren gebruikt worden en zullen minder snel kapot gaan dan een papieren versie.
4. Vier op een rij
Bijna iedereen heeft wel eens het spel vier op een rij gespeeld. Normaal wordt dit gespeeld met een klein spel dat op de tafel past, maar een grote versie van dit spel is natuurlijk veel leuker. Huur daarom een reuze vier op een rij spel voor je feest. De XL versie van dit spel is vaak één meter hoog en één meter breed of zelfs nog groter. Het reuze 4 op een rij spel is ook geschikt om buiten te gebruiken. Vier op een rij wordt door twee spelers of twee teams gespeeld. Tijdens het spel wordt om de beurt een schijfje in een van de rijen gestopt. Hierbij is het de bedoeling dat je als eerste vier op een rij krijgt. Terwijl je bezig bent met vier op een rij krijgen, moet je er natuurlijk ook voor zorgen dat de tegenstander geen vier op een rij krijgt. De persoon die als eerste vier schijven op een rij heeft, wint het spel. Om het moeilijker te maken kan je ook afspreken dat je vijf schijven op een rij moet hebben om te winnen.
5. Zaklopen
Zaklopen is een spel waarvoor je niet veel nodig hebt. Zorg voor meerdere jutezakken en een paar pionnen. Laat de spelers een rechte weg afleggen of maak een parcours. Het afleggen van een parcours is natuurlijk een stuk lastiger dan een rechte weg. Tijdens het parcours kun je de spelers bijvoorbeeld laten zigzaggen. De speler die als eerste de finish haalt, wint het zaklopen. Wil je dit spel met meerdere spelers spelen? Verdeel iedereen in twee teams en maak er een estafette van. Allebei de teams moeten een rij vormen. De eerste speler krijgt een jutezak en begint met het parcours, nadat de speler het parcours afgelegd heeft, stapt de speler snel uit de jutezak en geeft deze aan de volgende speler. Zo gaat het spel door totdat de laatste speler het parcours afgelegd heeft. Het team dat hier het eerst klaar mee is, heeft het zaklopen gewonnen. Om het moeilijker te maken, kan je afspreken dat een speler opnieuw moet starten wanneer de speler gevallen is. Omdat de kans groot is dat spelers zullen vallen, kan zaklopen beter niet op een stenen ondergrond gespeeld worden. Kies liever voor een zachtere ondergrond zoals gras.
6. Spijkerpoepen
Spijkerpoepen is een populair spel op kinderfeestjes. Voor spijkerpoepen heb je een aantal flessen nodig, touwtjes en lange spijkers. Voor de flessen kan het bijvoorbeeld een frisdrankfles gebruikt worden. Maak de spijker aan het uiteinde van het touwtje vast en bind vervolgens het touwtje om de speler. Het is de bedoeling dat het touwtje zo vastgemaakt wordt, dat de spijker een klein stukje onder de speler hangt. Nu kan het spijkerpoepen beginnen. Het is hierbij de bedoeling dat je het snelste de spijker in de fles krijgt. Hierbij mag je natuurlijk niet je handen gebruiken. Je moet gehurkt proberen de spijker als eerste in de fles te krijgen. Wil je het spijkerpoepen moeilijker maken? Gebruik dan bijvoorbeeld een bierflesje in plaatst van een frisdrankfles. Dit flesje is kleiner en lager waardoor het lastiger is om de spijker hierin te krijgen. Gaat het spijkerpoepen alsnog te makkelijk? Je kunt er bijvoorbeeld ook een wedstrijd van maken waarbij de spelers zo vaak mogelijk de spijker in de fles moeten krijgen binnen een bepaalde tijd. De speler die dit het vaakst lukt, wint de wedstrijd spijkerpoepen.
7. Blik gooien
Blik gooien is een van de oud Hollandse spelletjes dat ook op de kermis gespeeld wordt. Tijdens dit spel moet je een toren met blikken omgooien. Maak bijvoorbeeld een stapel van zes blikken (3-2-1) en geef de speler drie balletjes. De speler moet nu vanaf een bepaalde afstand alle blikken omgooien. De speler die de meeste blikken omgooit wint. Hebben meerdere spelers alle blikken omgegooid? Kijk dan naar het aantal ballen dat ze daarvoor nodig hebben of laat ze nog een keer gooien om tot een winnaar te komen. Blik gooien kan ook gespeeld worden met pittenzakjes in plaats van ballen. Daarnaast kun je dit spel ook lastiger maken door met minder ballen te laten gooien of meer blikken te gebruiken. Zo kun je bijvoorbeeld ook tien blikken (4-3-2-1) of zelfs vijftien blikken (5-4-3-2-1) gebruiken. Hoe groter de piramide met blikjes, hoe lastiger het is om alles om te gooien.
8. Boter kaas en eieren
Bij boter kaas en eieren is het de bedoeling dat je als eerste drie op een rij krijgt. Het spel wordt gespeeld met kruisjes en rondjes in een speelveld van 3 bij 3. Een van de spelers speelt het spel met kruisjes en de andere speler met rondjes. Om de beurt leg je een kruisje of een rondje weg en moet je ervoor zorgen dat je er drie op een rij krijgt. Net als bij het spel vier op een rij, is het belangrijk dat je ook let op wat de tegenstander doet. Je moet er namelijk niet alleen voor zorgen dat je zelf drie op een rij krijgt, maar ook dat de tegenstander dit niet voor elkaar krijgt. Heeft de tegenstander al twee rondjes of kruisjes op een rij liggen, leg dan snel jouw kruisje of rondje neer om te voorkomen dat de tegenstander wint. Het spel boter kaas en eieren kan eenvoudig op papier gespeeld worden, waarbij met potlood kruisjes en rondjes gezet worden. Wil je het spel buiten spelen? Gebruik dan bijvoorbeeld hoepels of touw om de vakken aan te geven. Maak van hout kruizen en rondjes of maak gebruik van andere voorwerpen.
9. Eierlopen
Eierlopen is een spel dat je beter niet in huis kunt spelen. Tijdens het spel eierlopen moet een speler een lepel vasthouden met daarop een ei. Vervolgens dient er een parcours afgelegd te worden zonder dat het ei valt. Valt je ei wel? Dan ben je af. De speler die als eerste over de finish komt zonder het ei te laten vallen, is de winnaar van het spel eierlopen. Wil je eierlopen toch binnen spelen? Leg dan bescherming over de vloer. Dit spel wordt normaal gesproken namelijk met een rauw ei gespeeld. Natuurlijk is het ook mogelijk om dit spel met een gekookt ei te spelen. Op deze manier kan een hoop viezigheid voorkomen worden. En op deze manier kan het ei nog gebruikt worden voor het spel nadat deze op de grond is gevallen. Om dit spel moeilijker te maken kan er bijvoorbeeld voor gekozen worden dat de lepel maar met een hand vastgehouden mag worden. De speler moet de andere hand dan op de rug houden. Vind je dit ook nog te makkelijk? Laat de speler dan in beide handen een lepel vasthouden en leg op beide lepels een ei. Nu moet de speler twee eieren laten balanceren tijdens het parcours. Ook kan dit spel gespeeld worden door de lepel in de mond te houden en de handen op de rug.
10. Levend ganzenbord
Ganzenbord is een bekend oud Hollands spel. Het is echter erg lastig om dit buiten te spelen of met een grote groep mensen. Om dit toch mogelijk te maken is het spel levend ganzenbord bedacht. Tijdens dit spel zijn de spelers zelf de pionnen. Voor dit spel zijn kaartjes met opdrachten en grote dobbelstenen nodig. Daarnaast zal je bijvoorbeeld lint nodig hebben om het spelbord en de vakjes te maken. Voorbeelden van opdrachten zijn:
- Ga … stappen achteruit
- Ga … stappen vooruit
- Sla een beurt over
- Gooi nog een keer
- Je mag pas verder als je zes gooit
Verder verloopt levend ganzenbord hetzelfde als het klassieke ganzenbord spel. De speler die als eerste bij de finish aankomt, wint het spel. Om dit moeilijk te maken, kan je afspreken dat je precies op het laatste vakje uit moet komen. Moet de speler bijvoorbeeld nog maar vier stappen, maar gooit de speler zes? Dan moet de speler vier stappen vooruit zetten en twee stappen achteruit. Dit gaat door totdat de speler precies het aantal gooit dat nodig is om op het laatste vakje uit te komen. Met bovenstaande oud Hollandse spelletjes maak je er zeker een leuke familiedag, teamdag of kinderfeestje van. Benieuwd naar nog meer oud Hollandse spelletjes? Hier vind je een overzicht van te huren oud Hollandse spelen. Wij wensen je veel speelplezier!